Bij spanningen of gebrek aan beweeglijkheid tussen de botdelen zien wij vaak een vertraging in het effect van de orthodontie behandeling.
De schedel bestaat uit 22 botten. Bij kinderen bewegen al deze botdelen nog ten opzichte van elkaar. Naarmate wij ouder worden, is er steeds minder beweging alhoewel er altijd een sutuur (botverbinding) met kraakbeen bijft bestaan die steeds minder elastisch wordt.
De stand van tanden en kiezen beïnvloedt de beweeglijkheid van de schedelbeenderen. Ook de manier waarop de tong tegen de kiezen aandrukt bij slikken (ongeveer 6000x in 24h) is belangrijk voor de ontwikkeling van de schedel.
De schedel rust op de wervelkolom en veranderingen in de schedel kunnen daardoor spanningen creëren in de nek en de rest van de wervelkolom.
Bij verminderde beweeglijkheid tussen de botdelen van het hoofd en de wervelkolom is de orthodontie behandeling vaak pijnlijk en zijn er andere klachten zoals hoofdpijn, pijn in de nek en/of de rug, last bij lang lezen, zich concentreren, slecht slapen…
Osteopathie en Craniosacraal therapie kunnen ondersteuning bieden bij elke orthodontie behandeling. Hoe jonger een kind begint, des te sneller het resultaat.
Aangeraden wordt een behandeling voor het orthodontie traject en daarna een controle ongeveer 3 weken na elke belangrijke verandering (nieuwe beugel, aandraaien van de beugel).